“Ik sprak laatst een boer hier in de buurt met vrije uitloop. Een vos zag al zijn smakelijke kippetjes de stal in lopen, dus hij besloot ze te volgen. Maar toen de stal werd gesloten kreeg hij het moeilijk, hij was natuurlijk enorm in de minderheid. De boer vond hem ’s morgens in een hoekje, hij wist niet hoe snel hij weg moest zijn toen de luiken weer open gingen. Hij had geen kip aangeraakt, haha.”
Gust Fleerakkers is Pluimveespecialist bij Vencomatic Group, hij krijgt regelmatig vragen van boeren over vrije uitloop. Bijvoorbeeld over de voeding, maar zeker ook het voedingsproces: “Aan vrije uitloop hangt regelgeving, de luiken moeten in bepaalde landen bijvoorbeeld om 10.00 open. Dat heeft invloed op hoe je de kippen voert.”
Hoe is het voedingsproces anders bij vrije uitloop?
“Als je vrije uitloopeieren wilt verkopen moet je aan regels voldoen waarop je wordt gecontroleerd, bijvoorbeeld over de openstelling. Je bent afhankelijk van je buitencondities en moet uitgaan van de zomercondities. Een kip gaat naar binnen als het donker wordt, dus je licht moet met de buitenomstandigheden mee veranderen.”
“Als de luiken ‘s morgens open gaan, hebben nog niet alle kippen een ei gelegd. Een legkip laat na het wakker worden wat mest vallen en gaat op zoek naar eten en drinken, daarna gaan ze het nest opzoeken om een ei te leggen. Dat gebeurt meestal binnen acht uur nadat ze wakker worden, met een piek tussen het tweede en zesde uur.”
Bij het voeren hou je daar rekening mee?
“Er mag in bepaalde landen maximaal 17 uur licht zijn, de nachtperiode moet minimaal 7 uur duren. Kippen worden wakker rond 6.00, dan krijgen ze voer in het systeem. Ze hebben de hele dag toegang tot voer, maar tijdens het leggen wil je ze daar niet mee storen. Zodra de deuren om 10.00 opengaan probeer je ze wel met voer nog even binnen te houden, veel kippen hebben hun ei dan nog niet gelegd.”
“Andersom werkt het ook zo: je gebruikt eten om de kippen ’s avonds binnen te krijgen. Ze slapen ook binnen, met licht kun je ze lokken. Zodra het buiten donker wordt moet in de stal licht branden, daar trekt het dier naar toe. Als ze zich gaan verstoppen wordt het moeilijker, sommige kippen worden ook verrast als de luiken dichtgaan.”
Krijgen vrije-uitloopkippen ander voer?
“Het voer is hetzelfde, vaak worden via het voer wel extra mineralen toegevoegd om te zorgen dat ze sterkere poten krijgen of beter in de veren zitten. Ze lopen immers meer. Soms wordt kalk toegevoegd voor sterkere botten of een betere eischaalkwaliteit. Kippen kunnen tegenwoordig 100 weken gehouden worden en 500 eieren leggen, dat zijn topatleten dus dan moet alles in orde zijn. Met wat extra groente ben je er niet: het moet uitgebalanceerd voer zijn, afgestemd op de kwaliteit van produceren en hoe de hennen eruit zien.”
Is er ook vrije-uitloopvlees?
“Er zijn veel marketingconcepten ontwikkeld waarbij de kippen wat langer leven en rustiger naar hun eindgewicht toegaan. Buitenloop is dan vaak onderdeel van zo’n concept, het conceptkuiken is bijvoorbeeld onder buitenomstandigheden opgegroeid.”
“Daar is weer aparte regelgeving voor, er zijn zelfs speciale rassen ontwikkeld die beter aan de buitenomgeving van vrije uitloop voldoen. Reguliere vleeskuikens staan te laag op hun poten en groeien te snel. De X-Treck van Vencomatic kan ervoor zorgen dat de kwaliteit van het kuiken wat beter is, zodat de productiviteit hoger is en de gezondheid beter.”
Is het risico op salmonella groter bij vrije uitloop?
“Het grootste risico op salmonella zit in het voer, dus de absolute risico’s zijn bij vrije uitloop niet groter. De basisvoeding wordt altijd verstrekt door een voerfabrikant, daar is een strenge controle op het voer. Maar de kans op besmet materiaal in de ren is buiten natuurlijk wel groter, binnen heb je alles meer onder controle. Als de kippen zijn opgehokt, bijvoorbeeld bij vogelziektes, is dat probleem er natuurlijk niet.”
“Vroeger werden kadavers van hennen nogal eens buiten aan andere dieren gevoerd. Nu gebeurt dat niet meer, vanwege de risico’s op besmetting. Door meer kennis en inzicht is alles veel strenger geworden rondom voer en voeding. En dat is een goede ontwikkeling natuurlijk.”