We krijgen bij Vencomatic Group regelmatig vragen over vleeskuikens, ik heb er een aantal op een rijtje gezet.
Het productieproces van vleeskuikens start bij de fokkerijorganisaties, zij fokken en ontwikkelen verschillende vleesrassen. De fokkerijorganisaties leveren eendagskuikens aan de opfokbedrijven, die deze kuikens vervolgens opfokken tot volwassen ouderdieren, die op hun beurt weer naar de vermeerderaars gaan. De vermeerderaars produceren broedeieren voor de broederijen, die ze uitbroeden om kuikens te maken voor de vleeskuikenbedrijven.
De moderne gangbare vleeskuikenbedrijven produceren in 5,5 tot 6 weken slachtrijpe kuikens. Deze worden door de slachterij geslacht en verder verwerkt tot kipproducten, die door de consument in de supermarkt worden gekocht. Bij traaggroeiende vleesrassen, die gebruikt worden voor speciale marktsegmenten, is de groei per dag minder en duurt het tot 9 weken voordat de kuikens slachtrijp zijn.
In traditionele productiesystemen komen de kuikens uit in een broederij en worden daarna getransporteerd naar de vleeskuikenbedrijven. Daarnaast zijn er nieuwe technieken beschikbaar waar voorgebroede eieren naar het vleeskuikenbedrijf getransporteerd worden in plaats van eendagskuikens, de eieren komen dus uit op het vleeskuikenbedrijf. Hiervoor zijn systemen als de Patio, een multi-tier huisvestingssysteem, alsook de X-Treck voor een grondstal ontwikkeld. Met deze systemen worden de broedeieren gedurende de laatste 3 dagen van het broedproces in de stal geplaatst, wat ‘on-farm hatching’ wordt genoemd.
Hoe je een productiekolom voor vleeskuikens inricht, hangt af van het beoogde productievolume en de lokale marktcondities en -behoeften. Indien de focus ligt op de versmarkt, zul je de kolom anders moeten inrichten dan wanneer je diepvrieskippen wilt produceren.
Bij het opzetten van een nieuwe productiekolom is het uitgangspunt de hoeveelheid kuikens per geslacht gewicht die wekelijks geslacht dienen te worden. Dat bepaalt de capaciteit van de slachterij en van daaruit kun je terugrekenen naar het aantal locaties, het aantal stallen per locatie en het aantal vleeskuikens per stal. Hierop dient vervolgens de broederijcapaciteit, de benodigde broedeiproductie en de vleeskuikenouderdieren-faciliteiten te worden gebaseerd. Hier zijn rekenmodellen voor, welke samen met investeerders doorgerekend kunnen worden.
De volgende stap is deze faciliteiten in te richten met de juiste stalinrichting, hierbij moet kritisch gekeken worden naar de laatste welzijnseisen alsook de vereiste automatiseringsgraad. Hierbij kunnen de adviseurs van Vencomatic Group van dienst zijn.
In de volledige productieketen van vleeskuikens zijn vele zaken te optimaliseren: vooral klimaat, daarna water en dan voer. Uiteraard spelen het ingangsmateriaal, genetica, stalinrichting, bezetting, en diergezondheid ook zeker een belangrijke factor, alle variabelen dienen goed op elkaar afgestemd te worden.
Vleeskuikens worden wereldwijd voornamelijk gehouden in grondstallen op strooisel, in sommige regio’s in kooien op roostervloeren. De Patio van Vencomatic is in feite grondhuisvesting in de vorm van een etagestal.
Er zijn drie systemen om kuikens uit te laten komen:
De belangrijkste kosten voor de productie van vleeskuikens zijn de voerkosten, deze bedragen ca. 60% van de totale kostprijs. Daarnaast bepalen lokale wet- en regelgeving, bezettingsgraad, de dagelijkse kosten voor arbeid, de huisvestingskosten, het waterverbruik, medicijn- en vaccinatiekosten, de vang- en laadkosten en de slachtkosten uiteindelijk de totale kostprijs van het vlees.
Een productiecyclus bij vleeskuikens duurt gemiddeld 7 weken. In deze 7 weken komen de kuikens uit in de stal (in het geval van uitkomst in de stal) en groeien in 5,5-6 weken naar hun eindgewicht. Daarna wordt de stal gereinigd en ontsmet en klaargemaakt voor ontvangst van nieuwe eieren. Met deze productiecyclus van 7 weken kunnen jaarlijks 7,4 rondes gedraaid worden.
Bij traaggroeiende kuikens is de productiecyclus langer: afhankelijk van de maximale daggroei van de vleeskuikens ongeveer 1 tot 2 weken, dus totaal 9 weken in plaats van 7 weken. Jaarlijks kunnen dan 5,8 rondes gedraaid worden.
Pluimveevlees is het meest gegeten vlees in deze wereld, het voorziet een groot deel van de wereldbevolking van hoogwaardig dierlijk eiwit. De wereldbevolking groeit en de vleesconsumptie per persoon stijgt nog steeds. De vraag naar kippenvlees zal derhalve voorlopig alleen maar verder toenemen.
We zien wereldwijd nog steeds een jaarlijkse toename in de consumptie van vlees, waarbij de vraag naar kip harder groeit dan andere vleessoorten. Kippenvlees is goedkoop en daardoor als eerste beschikbaar voor de bevolking van ontwikkelende landen, zoals China en India. Daarnaast is kip populair, omdat het eten daarvan door grote religies niet wordt verboden en kippenvlees goed past in een gezond dieet. In West-Europa valt die groei mee, daar wordt steeds meer vegetarisch gegeten. Dit wordt op wereldniveau gecompenseerd door de steeds groter wordende bevolking van ontwikkelingslanden.
Ook banken bevestigen in hun brancherapporten dat er steeds meer in vleeskuikenhouderijen geïnvesteerd wordt. De productie van vleeskuikens is ook goedkoper en je kunt het vlees elke smaak geven, dus dat geeft veel toepassingen in gerechten.
Voor alleen het afmesten van vleeskuikens is minder kennis nodig dan voor het produceren van broedeieren. Ook het benodigde investeringskapitaal is lager, echter het rendement hiervan is afhankelijk van de kwaliteit broedeieren die aangekocht worden.
De vraag is ook: begin je met het afmesten van vleeskuikens na het aankopen van eendagskuikens, of met de productie van uitgangsmateriaal? Indien men een professionele productieketen op wil zetten moeten deze zaken goed overwogen worden.
In een duurzaamheidsanalyse worden economische, ecologische en sociale aspecten verder verdeeld in thema’s en/of meetbare indicatoren die van belang zijn voor duurzaamheid.
De economische aspecten van duurzaamheid worden voornamelijk bepaald door de winstgevendheid van het vleeskuikenbedrijf, niet alleen bedrijfsmanagement is belangrijk maar ook de kwaliteit van het eendagskuiken is essentieel voor goede prestaties en om de winstgevendheid te vergroten.
Als een vleeskuikenhouderij wordt gescoord op ecologische duurzaamheid, wordt vooral gekeken naar emissies, effect op klimaatverandering, voerverbruik, energieverbruik, waterverbruik, landgebruik, en bodemkwaliteit.
Sociale duurzaamheid is breed geformuleerd en heeft betrekking op mens en dier:
Voor het produceren van kippenvlees heb je een stal (met scharrelruimte en verlichting), een voervoorziening, een drinkvoorziening, een verwarmingssysteem en ventilatiesysteem nodig. Dit is de basis voor het opstarten van een kippenbedrijf.
Daarnaast kunnen er nog additionele technieken worden toegepast of worden voorgeschreven, zoals warmtewisselaars voor warmteterugwinning en technieken om emissies van ammoniak en stof te reduceren. Bovendien kun je ook nog technieken toepassen om kuikens in de stal uit te laten komen, zoals X-Treck en Patio. Naast de stal is het belangrijk om basiskennis op te doen voor het houden en afmesten van vleeskuikens.
De opbouw en inrichting van de stal is verschillend, afhankelijk van de locatie, wetgeving en klimaatzone. In hoofdlijnen kun je de opbouw opknippen in ruwbouw en stalinrichting: voer-, water-, licht- en klimaatsysteem. Snelgroeiende kuikens zitten in gesloten stallen, waarin alle omstandigheden zo optimaal mogelijk zijn om het kuiken te laten presteren. Gekeken naar welzijnskuikens of traaggroeiende kuikens kan daglicht en/of een uitloop verplicht zijn.
Is de beschikbare grond beperkend of duur, dan kan overwogen worden om in een Patio meer-etage systeem te investeren, waar tot 2,6 keer zoveel kuikens per m² grond gehuisvest kunnen worden.