Onderstaande is een ingezonden opinie van onze collega Victor van Wagenberg, gepubliceerd op 17 juni 2022 in het Eindhovens Dagblad.
De overheid wil slechts marginaal inzetten op technische oplossingen voor het stikstofprobleem, terwijl daar snel en veel minder duur tot wel 90% reductie te behalen is.
De overheid kiest voor het opkopen en saneren van de veehouderij als
oplossing voor de stikstof crisis. Dit blijkt uit de verdeling van de
beschikbare budgetten. Het overgrote deel van de begrote 25 miljard euro
voor aanpak van de stikstof crisis is gereserveerd voor opkoop en sanering.
Slechts circa 5% van het gehele budget is beschikbaar voor innovatie. Met
veel belastinggeld dreigt een duurzaam voedselsysteem afgebroken te
worden, een zorgelijke ontwikkeling omdat lokale en regionale productie
van voedsel strategisch erg belangrijk is.
Er is nog nauwelijks vertrouwen in de techniek. Dat komt omdat uit diverse
onderzoeken blijkt dat de uitstoot van emissiearme stallen hoger is dan
aangenomen. Echter, dit is helemaal geen technisch probleem, maar een
gevolg van de door de overheid gekozen invulling van wet- en regelgeving.
Dat moet ik even uitleggen. Emissiearme systemen zijn altijd goedgekeurd
door een commissie onder verantwoordelijkheid van de overheid. Deze
commissie toetst of de juiste wettelijke testprotocollen gevolgd zijn en
besluit vervolgens om een systeem al dan niet in de regelgeving op te
nemen en met welke emissie factor. Bij elke vermelding wordt tevens een
“leaflet” opgesteld waarop alle relevant geachte technische en
gebruikseisen zijn vastgelegd. Hiermee is het legaal voor veehouders om
deze systemen toe te passen.
Doel was te voldoen aan de technische eisen, nu blijkt dat meerdere systemen toch een hogere emissie hebben
Te goeder trouw hebben nagenoeg alle veehouders in Nederland
geïnvesteerd in deze systemen. Dit in de veronderstelling dat hiermee hun
stal ook werkelijk emissiearm zou zijn. Wij als fabrikant van emissiearme
systemen hebben ons ook altijd zo opgesteld, ons doel was te voldoen aan
de technische eisen op de leaflet.
Nu blijkt dat enkele of meerdere systemen toch een hogere emissie
hebben. Dit betekent dat het uitgevoerde onderzoek in het verleden dus
geen representatieve waarden heeft gegeven voor de werkelijk emissies
vandaag. Hiervoor kan geenszins de veehouder noch de techniek
leverancier als schuldige aangewezen worden.
Uit onze eigen recente onderzoeken hebben wij ook opgemerkt dat een
aantal systemen een hogere emissie geven. Dit betreft vooral systemen die
al wat langer geleden doorgemeten zijn. (Eerder was op één stal meten
voldoende, inmiddels moet er op vier stallen gemeten worden). Wrang is
dat deze systemen nog steeds op de lijst staan omdat het proces om ze
van de lijst te halen of emissiefactoren aan te passen zéér lang (meerdere
jaren) duurt bij de overheid.
In plaats van iemand de schuld te geven zou de conclusie moeten zijn dat het wettelijke systeem op onderdelen faalt
Maar goed, in plaats van iemand de schuld te geven en de conclusie te
trekken dat techniek niet werkt, zou de conclusie dus getrokken moeten
worden dat het wettelijke systeem op onderdelen faalt. Dit is een collectief
probleem. Veehouders willen helemaal niet teveel ammoniak uitstoten en
wij als fabrikant willen systemen leveren die ook het beoogde milieu
resultaat garanderen. Daarom zijn wij er van overtuigd dat er met grote
spoed gewerkt moet worden aan een beter systeem dat de emissie uit
stallen beter regelt en waarbij de emissiereductie wel gegarandeerd is.
Dit is ook de meest perspectiefvolle manier om snel stikstofemissiereductie
te realiseren in de veehouderij. Door het emissiearm maken van stallen is
zeker 90% reductie te behalen, veel meer dat de benodigde 50%. Door
stallen met sensoren uit te voeren is permanent inzicht in werkelijk
optredende emissies, alles geborgd en transparant, zodat er geen enkele
twijfel hoeft te bestaan. De techniek staat klaar, in één stal met 18.500
vleeskuiken ouderdieren (de vaders en moeder van de vleeskuikens)
reduceren we bijvoorbeeld al geruime tijd 7.000 kg stikstof per jaar
gereduceerd met een innovatief luchtbehandeling systeem. Dit is voldoende
om duizenden woningen te bouwen (bij bouw van één woning komt circa
2,7 kg stikstof vrij).
Nieuwe staltechnieken moeten eerst een
jarenlange toetsing ondergaan voor ze
toegepast mogen worden
Toch wordt dit nieuwe innovatieve systeem nog nauwelijks toegepast, dit
komt onder andere omdat nieuwe staltechnieken eerst de jarenlange
toetsing (conform het meetprotocol op vier locaties) moeten ondergaan
voordat ze goedgekeurd zijn en toegepast mogen worden. Ook is het (nog)
niet toegestaan om de emissiereductie van stallen aan te tonen met
sensoren.
De minister heeft dus zelf belangrijke sleutels in handen door procedures te
versnellen en het werken met sensoren wettelijk te accepteren. Het is veel
effectiever om een veel groter deel van de beschikbare budgetten in te
zetten om de stallen in Nederland te verduurzamen. Er is nagenoeg
volledige focus op de opkoop en saneren van de veestapel wat een
tijdrovende en héél dure opgave gaat worden.
Dit is pijnlijk voor de veehouders, de burgers die een huis willen
bouwen/kopen en vooral ook onze mooie natuurgebieden die hierdoor
langer dan noodzakelijk worden blootgesteld aan te hoge stikstof
deposities.
Dr. ir. Victor van Wagenberg uit Valkenswaard is onderzoeker
bij Vencomatic Group in Eersel.