Pluimveehouder Klaasjan Salomons is bijzonder tevreden met het Bolegg Terrace systeem van Vencomatic Group. Klaasjan: “Uiteindelijk gaat het toch vooral om de kwaliteit van de eieren en die is met dit volièresysteem hoger.” In de stal met de Bolegg Terrace gebruikt Klaasjan ook de Clima+ Unit. Daarbij is het interessant om te zien hoe Klaasjan deze Unit heeft gekoppeld aan een eigen gelijkdruksysteem.
Klaasjan Salomons (46) heeft samen met Maroesjka (45) in Dronten (FL) een leghennenbedrijf. Op de hoofdlocatie worden 107.000 gangbare leghennen gehouden: de helft Freiland en de andere helft scharrel. Op de bio-locatie zitten 16.100 witte bio-leghennen. Klaasjan: “Bio-hennen zijn doorgaans bruin maar ik wil witte want die renderen voor een ondernemer beter. Onze witte bio-eieren gaan naar Duitsland omdat het ze daar niet uitmaakt als een bio-ei wit is; in Nederland verkoopt wit minder makkelijk.”
De stal op de bio-locatie heeft een inrichting met de Clima+ Unit en het Bolegg Terrace-systeem van Vencomatic Group. Waarom viel de keuze op dit volièresysteem? Klaasjan: “We zochten een systeem met goed overzicht voor het personeel, maar ook een diervriendelijk systeem waarin het dier gemakkelijk naar boven kan. In de Bolegg Terrace kan de hen vanaf de grond in het systeem springen om zo bij het nest te komen. Van stelling naar stelling springen zoals bij veel andere systemen, hoeft dus niet. Daarom voelt de hen zich veilig op haar weg naar het nest en dat vertaalt zich uiteindelijk in weinig buitennest-eieren.”
Klaasjan is zeer te spreken over de service en aftersales die Vencomatic Group samen met haar dealer Smits Agro leverde. “Een systeem verkopen is niet moeilijk. Om het helemaal naar de wens van de klant te krijgen, is een ander verhaal. Ze dachten goed na over hoe het hele proces loopt. Verder heb ik mij echt verbaasd over het montagetraject. Er kwamen allemaal pallets met genummerde dozen binnen maar de uitvoerder wist precies waar welke doos moest komen. De montage liep als een geoliede machine. Het enige in het hele traject waar ze zich in hebben vergist, is de mesthoeveelheid die ze te laag hebben ingeschat. Maar dat hebben we samen opgelost met een zwaardere motor.”
Voor zijn bio-stal gebruikt Klaasjan de Clima+ Unit. “Omdat je op een bio-locatie minder dieren per vierkante meter mestband hebt zitten, kan de mest beter drogen. Daardoor hadden we eigenlijk genoeg aan een warmtewisselaar van zo’n 15.000 kub, maar we hebben toch gekozen voor een wisselaar van 22.000 kub. De overcapaciteit van de wisselaar gebruiken we voor onze eigen stalbeluchting. Daarvoor hebben we twee buizen door de stal gelegd met om de 10 meter een uitblaasopening. Zo gaat de warme lucht die we overhebben rechtstreeks naar de dieren, en dus niet via de mestbandbeluchting. Op die manier hebben we altijd een droge stal en minder last van koude oostenwind omdat er door de ontstane gelijkdruk minder koude wind binnenkomt.”
Klaasjan kan eigenlijk niets negatiefs zeggen over de beide systemen in zijn bio-stal: “Ja het lijkt nu alsof ik reclame zit te maken voor Vencomatic Group, maar je merkt gewoon dat bij hen veel kennis zit over de pluimveehouderij en dat zie je terug in hun stalsystemen. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat er door het Bolegg Terrace systeem heel weinig buitennesteieren zijn. En het enkele buitennestei dat er is, blijft schoon omdat het strooisel schoon is mede dankzij de Clima+ Unit die voor een droog stalklimaat zorgt. Daardoor hebben we bijna alleen maar eerste soort-eieren.”
Behalve pluimveehouder is Klaasjan Salomons eigenaar van Salomons Agro bv, een bedrijf in mestdroogsystemen. Klaasjan: “Een pluimveehouder kan geld verdienen als hij minder kilo’s mest laat afvoeren die bovendien zo droog mogelijk is. Dat kan met ons droogsysteem. Het gaat erom dat je het broeiproces in de mest weet op te wekken. Daarvoor plaatsen we aan de buitenkant van de mestopslag een drukventilator met van daaruit buizen die lucht door de mest blazen. We hebben nu door heel Nederland zo’n kleine tachtig installaties aan het draaien. Door de lagere mestafvoerkosten kan een pluimveehouder met 60.000 hennen zijn investering voor ons mestdroogsysteem binnen anderhalf jaar terugverdienen.”