Eco Air Care

AANBOD: een uitweg uit de stikstofcrisis

4 min lezen Gepubliceerd op 7 januari 2025

Eersel, 24 juni, 2024 - De publicatie van een wetenschappelijk artikel in Journal of the ASABE kan zonder twijfel voor een doorbraak zorgen in de impasse omtrent de vergunningverlening in de huidige stik-stofcrisis. Het is nu wetenschappelijk vastgesteld dat de stikstofuitstoot (in de vorm van ammoniak) uit stallen - tijdens reguliere bedrijfsvoering – goed vastgesteld kan worden. De onderzochte luchtreinigingstechniek, die nog geen officiële erkenning heeft, reduceerde de emissie aantoonbaar met meer dan 85%. Dit biedt dus kansen voor een uitweg uit de stikstof-crisis, waardoor de vraag rijst: kiest de overheid er voor om deze kans met beide handen aan te nemen of om de crisis te verlengen. 

Inmiddels zitten we ruim 5 jaar in een stikstofcrisis. Dat wil zeggen dat vele activiteiten niet toegestaan zijn omdat er stikstof bij vrijkomt die neerdaalt op natuurgebieden. Huizen kunnen niet gebouwd worden, bedrijven kunnen niet ontwikkelen, evenementen kunnen niet plaatsvinden en er wordt veel belastinggeld uitgegeven aan het opkopen van bedrijven die stikstof emissie veroorzaken (en aan alle vergaderingen op overheidsniveau). De stikstof komt uit diverse bronnen: verkeer, industrie en ook de landbouw (ruwweg 50%), bijvoorbeeld uit stallen en bij opslag en aanwending van mest. De stikstofemissie uit stallen waarvoor deze techniek relevant is bedraagt ongeveer de helft van de totale landbouw emissie, dus 25% van het totaal.

Nu ligt er een geweldige kans om zonder enige twijfel de stalemissie sterk te reduceren, en dus snel uit deze crisis te komen, het is aan de overheid om deze te grijpen OF om ervoor te kiezen de crisis te verlengen. 
Waarom durven we  deze scherpe stelling nu zo neer te leggen? Dat durven we omdat wetenschappelijk is vastgesteld dat met nieuwe sensortechniek de stikstofuitstoot (ammoniak) uit stallen tijdens reguliere bedrijfsvoering goed te bemeten is. Bovendien blijkt de nieuwe luchtreinigingstechniek deze emissie zeer sterk (meer dan 85%) aantoonbaar te reduceren. Dit onderzoek  is uitgevoerd in samenwerking met Wageningen University & Research. Tot op heden zijn nieuwe staltechnieken die gebruik maken van deze sensortechniek echter nog steeds niet toegestaan, dus kunnen/mogen niet toegepast worden omdat ze niet “vergunbaar” zijn. 

Voor goedkeuring – om stalsystemen wel vergunbaar te krijgen - wordt door de overheid gebruik gemaakt van een proces omkleed met meetprotocollen, proefstalaanvragen en een toetsingscommissie; goedkeuringstrajecten duren meerdere jaren en zijn enorm kostbaar. Bij het afronden van dit traject heb je dan een zogenaamde RAV vermelding, wat vandaag helaas nog steeds onvoldoende zekerheid biedt over de emissie om een vergunning op te verlenen. Dit traject wordt gevoed door wantrouwen en een enorme angst om het verkeerde besluit te nemen bij de toetsingscommissie. Wellicht ook logisch vanuit het zorgvuldigheidbeginsel, maar daarmee wordt de snelle uitweg uit deze crisis wel enorm belemmerd. Deze impasse loopt inmiddels al meerdere jaren maar kan nu dus hopelijk en met spoed doorbroken worden.

Welk onderzoek is gedaan?
Gedurende 4 periodes van 4 weken, verdeeld over het jaar, is de ammoniakemissie uit een pluimveestal voor en na het nieuwe luchtreinigingssysteem gemeten met ammoniaksensoren (methode A). De hoeveelheid afgevangen ammoniak is vergeleken met het verwachtte gebruik van zuur voor binding van de ammoniak (methode B) en met de toename van hoeveelheid ammoniak in het waswater (methode C). 

Wat blijkt? Zowel het zuurverbruik (methode B) als de toename van de ammoniak in het waswater (Methode C) vertonen een lineaire relatie met de hoeveelheid afgevangen ammoniak zoals gemeten met de ammoniaksensoren (methode A). Voorbeeld: Er kwam in één periode circa 710 kg ammoniak vrij in de stal, hiervan werd volgens methode A 617 kg afgevangen, en volgens methode C werd nagenoeg dezelfde hoeveelheid (610 kg) ammoniak teruggevonden in het waswater. De resterende emissie in deze periode bedroeg  dus 93 à 100 kg. In het onderzoek is ook een gevoeligheidsanalyse gedaan in het geval sensoren zouden afwijken, hieruit blijkt dat door mogelijke afwijkingen op individuele sensoren de restemissie iets minder nauwkeurig geschat kan worden en tussen de 88 en 109 kg zou zijn in deze periode. Hoe dan ook, in alle gevallen gaf de luchtwastechniek een enorme reductie - tussen de 85 en 88% - ten opzichte van de 710 kg, en met een zeer hoge waarschijnlijkheid was de restemissie niet hoger dan 109 kg. Met behulp van relatief goedkope sensoren (die onderdeel vormden van de luchtreinigingstechniek) kon de goede werking van de luchtreinigingstechniek geverifieerd / geborgd worden.

Wat betekent dit?
De stikstofemissie uit stallen met een luchtreinigingstechniek is dus te meten en te borgen middels controle metingen. Dit kan een doorbraak betekenen van de impasse in de vergunning verlening. Indien de resultaten van deze metingen gebruikt zouden kunnen worden om aan te tonen dat je onder de vergunde emissie blijft, is de tijdrovende RAV goedkeuring niet meer nodig. Nieuwe stalsystemen met innovatieve emissiereductie zouden dan veel eerder toegepast mogen worden. Omdat nu wetenschappelijk vast is gesteld op welke manier gemeten kan worden geeft dit concrete handvatten voor “doelvoorschriften vergunningen” aan de overheid, waardoor zowel vergunningverleners, handhavers en ook rechters geen enkele twijfel meer hoeven te hebben over de werking van nieuwe luchtreinigingstechnieken.

Hoe verder?
Om nu de stappen te zetten en snel over te gaan tot werkelijk oplossen van de stikstofcrisis zijn een paar zaken nodig:
-    Heldere kaders vanuit een hogere overheid die beschrijven dat innovatieve techniek – mits bemeten op de manier zoals nu wetenschappelijk vastligt -  ook toegepast mogen worden. Dus neem de regie als nationale overheid en zorg ervoor dat lagere overheden die de vergunning echt verlenen niet zelf het wiel hoeven uit te vinden.
-    Acceptatie dat 100,00% zekerheid niet bestaat, zoals 100,00% zekerheid nergens bestaat. Bij nagenoeg alle beleidsdossiers worden afwegingen  en keuzes gemaakt en op basis daarvan regels vastgesteld (noem het regeren of beleid maken). Ook rondom het thema stal-emissie zal – zelfs bij continu meten, de rapporteerde emissie gepaard gaan met een bepaalde “nauwkeurigheid, en dus ook een bepaalde “onnauwkeurigheid”. Ofwel, indien de gerapporteerde emissie in een periode 93 a 100 kg is, zorg dan dat de vergunning ruimte geeft voor bijvoorbeeld 5% of 10% overschrijding.

De overheid moet nu echt in actie komen
Nu wetenschappelijk vastligt dat het technisch mogelijk is emissiereductie / emissievermindering te borgen, is het nu aan de overheid om de handschoen op te pakken of te laten liggen. Argumenten tegen zoals juridische haalbaarheid/ houdbaarheid tellen niet langer – die zijn namelijk op te lossen middels wet en regelgeving – ofwel dat is dan een keuze om in de crisis te blijven. 

Auteur: dr.ir. Victor van Wagenberg, Product Manager bij Vencomatic Group

Vencomatic Group
Het is onze missie om de pluimveehouderij duurzaam te maken. We proberen een balans te vinden tussen het runnen van een succesvol bedrijf en de laagst mogelijke impact op het milieu, terwijl we tegelijkertijd het hoogste niveau van dierenwelzijn proberen te bereiken. We ontwikkelen onze producten altijd op basis van een grondig begrip van pluimvee, haar welzijn en haar eieren. 

Onze unieke oplossingen ondersteunen de gehele 'Egg Way' voor leghennen, vermeerderaars, vleeskuikens en broederijen. Denk aan pluimveehuisvesting (Vencomatic, Van Gent), eierverzamel- en verwerkingsapparatuur (Prinzen) en klimaatoplossingen (Agro Supply). En daar stopt het niet, ontdek hoe Meggsius datagestuurde technologiën de pluimveehouder verder ondersteunen. 

Contact: marketing@vencomaticgroup.com 

Picture of Vencomatic Group

Gepubliceerd door

Vencomatic Group